Vanavond staat het nieuw lokaal toewijzingsreglement voor sociale woningen ter goedkeuring op de agenda van de gemeenteraad. Dit toewijzingsreglement bepaalt onder meer wie in aanmerking komt voor een sociale huurwoning en hoe de toewijzing van deze woningen plaatsvindt, rekening houdend met de lokale noden. Met het nieuw lokaal toewijzingsreglement rond de verhuur van sociale woningen wil het stadsbestuur van Mechelen nog beter inspelen op de actuele woonnoden.
In de kern verlopen toewijzingen van sociale woningen volgens een wettelijk systeem dat niet gebaseerd is op het principe van ‘wie eerst komt, eerst maalt’. De toewijzing van sociale woningen is gedetailleerd vastgelegd in de Vlaamse wetgeving, specifiek de Vlaamse Codex Wonen en het Kaderbesluit Sociale Huur.
“Deze procedure bepaalt strikt hoe vrijgekomen woningen bij sociale huisvestingsmaatschappijen worden toegewezen. Lokale overheden hebben geen vrije hand in de toewijzing van sociale woningen. Steden en gemeenten hebben de mogelijkheid om een lokaal toewijzingsreglement op te stellen voor hun sociale woningen. Een deel van de wettelijk kader ligt vast en bepaalt heel strak wie de volgende is die een woning kan toegewezen krijgen. Maar een deel van het wetgevend kader laat ook ruimte voor lokale accenten in het lokaal toewijzingsreglement”, legt Greet Geypen uit, schepen van Wonen.
“Het nieuwe lokaal toewijzingsreglement voor sociale woningen getuigt van onze inzet om een inclusief woonbeleid te voeren, waarbij we kwetsbare groepen en mensen met specifieke noden niet uit het oog verliezen. Dit reglement biedt een kader waarin we kunnen inspelen op de lokale behoeften en zorgt ervoor dat we snel kunnen reageren”, aldus Gabriella De Francesco, schepen van Armoedebestrijding en Gelijke Kansen.
Inspelen op lokale noden
Stad Mechelen maakte een dergelijk reglement op in 2020 om zo meer in te spelen op de lokale noden, waarbij dergelijke toewijzingen mogelijk waren aan nieuwe doelgroepen zoals jongeren uit de jeugdhulp, personen met een psychische kwetsbaarheid, gezinnen met een structurele woonnood en beperkte huurdersvaardigheden, en gezinnen met zware kinderarmoede. Dit is de voorbije jaren een kernpilaar in het sociaal woonbeleid van de Dijlestad geworden.
Met het lokaal toewijzingsreglement werd 30% van alle toewijzingen door de sociale huisvestingsmaatschappijen toegewezen aan de lokaal vastgelegde doelgroepen. Door toe te spitsen op de lokale accenten in het lokaal toewijzingsreglement, kregen er uit de vier bovenstaande doelgroepen, zo’n honderd gezinnen en jongvolwassen een woning toegewezen in de periode tussen 2021-2024. Dat zijn mensen met een hele zware rugzak die een dak boven het hoofd kregen. En daarnaast is er ook nog het aanbod van doorstroomwoningen en de begeleide woonvormen vanuit de jeugdhulp.
Ingrijpende transformatie – Eén lijst
Sinds 1 januari 2024 is er een nieuw eengemaakt toewijzingssysteem van de Vlaamse overheid. Het toewijzingssysteem heeft een ingrijpende transformatie ondergaan. Voorheen bestonden sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren als afzonderlijke organisaties. Sociale huisvestingsmaatschappijen hanteerden voornamelijk een wachtlijst om woningen toe te wijzen, terwijl dat bij sociale verhuurkantoren op basis van punten gebeurde.
Door de fusie van de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren zijn er ook geen verschillende systemen meer. Waar vroeger mensen op verschillende wachtlijsten stonden is er nu één systeem voor alle sociale woningen op het grondgebied. De Vlaamse Codex Wonen stelt dat er maar één woonactor per gemeente kan zijn: de woonmaatschappij.
Aanpak op maat
Bij dit nieuwe wetgevende kader krijgen steden en gemeenten een grote rol als regisseur van het lokaal woonbeleid. Om een aanpak op maat te realiseren bij de toewijzing van sociale huurwoningen nemen de woonmaatschappijen het initiatief om een toewijzingsraad op te richten. In deze raad zetelen de lokale besturen, de woonmaatschappij en huisvestings- en welzijnsactoren. De toewijzingsraad staat o.a. in voor de opmaak van het toewijzingsreglement.
Dit nieuwe wetgevende kader noopte de stad tot het herbekijken van het lokaal toewijzingsreglement. Hierdoor moest de Dijlestad terug aan tafel met alle betrokken actoren om een geïntegreerd en gedragen toewijzingsbeleid te realiseren. In het najaar van 2023 werd het voorbereidende traject gestart voor een nieuw lokaal toewijzingsreglement, waarbij de stad samengewerkt heeft met Woonland, het CAW, de jeugdhulpvoorzieningen Kaizen en De Aanzet en het Universitair Psychiatrisch Centrum Duffel.
“De vraag was hoe kunnen we dat binnen het nieuwe wettelijk kader zo goed mogelijk doen, waar kunnen we bijsturen en wat kunnen we behouden. Hierbij werd vertrokken vanuit de sterke elementen van het eerste toewijzingsreglement, die uiteraard behouden zijn gebleven. Een grote opportuniteit die zich stelde, vormt de mogelijkheid van doorstroming uit de begeleide woonvormen van het CAW. Deze bestonden immers nog niet ten tijde van het eerste toewijzingsreglement en met dit nieuwe toewijzingsreglement kunnen we dus de daadkracht hiervan aanzienlijk verhogen”, klinkt het bij schepen Geypen.
“Als stad hebben we samengewerkt met diverse partners om een toewijzingsreglement op te stellen dat rekening houdt met de lokale realiteit. Het is een stap vooruit in het streven naar een rechtvaardigere en inclusievere samenleving, waarin iedereen de kans krijgt op een betaalbare en kwaliteitsvolle woning”, aldus Gabriella De Francesco.
Vier pijlers
Er zijn vier pijlers waarop mensen een huis kunnen toegewezen worden volgens het nieuwe lokaal toewijzingsreglement. De eerste pijler betreft de standaard toewijzingen. Woningen worden toegewezen volgens de chronologische volgorde van de inschrijvingen in het centraal inschrijvingsregister. De tweede pijler behelst de versnelde toewijzingen. Hier wordt 20 % van alle toewijzingen voorbehouden voor versnelde toewijzingen.
De derde pijler betreft toewijzingen aan specifieke doelgroepen. Hier speelt de lokale autonomie het meeste omdat het lokaal toewijzingsreglement hier specifieke doelgroepen kan afbakenen, die voorrang krijgen bij het toewijzen van een woning. Dit uiteraard binnen de krijtlijnen van de Vlaamse decreetgeving. Van alle kandidaten mag maximum 30% van de woningen toegewezen worden aan deze doelgroepen. De doelgroepenplannen zijn gericht naar kwetsbare personen die omwille van hun problematiek moeilijk toegang vinden tot de huurmarkt. Ze weerspiegelen een inclusief woonbeleid, met aandacht voor kinderarmoede en kwetsbare groepen.
Tot slot is er de vierde pijler met de interne mutaties en bijzondere toewijzingsregels. Dit zijn voorrangsbepalingen en bijzondere toewijzingsregels voor zittende huurders die verplicht moeten verhuizen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij renovaties van grote sociale woonblokken waar mensen dan een andere sociale woning toegewezen krijgen.
“Op deze manier krijgen lokale overheden de kans om passende maatregelen uit te werken in een eigen lokaal toewijzingsreglement dat afwijkt van standaard toewijzingsregels, indien de situatie hierom vraagt. Op deze manier kunnen wij beter inspelen op de lokale situatie en maximaal rekening houden met specifieke noden”, aldus Greet Geypen.
De aanpassing van het toewijzingsreglement is tot stand gekomen in nauw overleg
met de stad en alle relevante lokale huisvestings- en welzijnsactoren. Het lokaal toewijzingsreglement staat vanavond geagendeerd op de gemeenteraad. Uiterlijk na 45 dagen neemt de hogere overheid hierover een beslissing.