Begijnhofkerk feestelijk ingehuldigd

Onder grote publieke belangstelling is de restauratie van de Begijnhofkerk deze avond feestelijk ingehuldigd. Ruim 5 jaar is er hard gewerkt, eerst aan het exterieur en daarna aan het interieur. Met deze inhuldiging komt er ook een einde aan 10 jaar intensief restaureren van de historische kerken van de binnenstad. Dit betekent zeker geen eindpunt. Ook in de toekomst zal de stad blijven inzetten op haar uitzonderlijk kerkelijk patrimonium. De concentratie van gerestaureerde topkerken in Mechelen is immers uniek in Vlaanderen. De aandacht zal nu verlegd worden naar het onderhoud van deze prachtige kerken en de restauratie van hun unieke aankleding.

Het Groot Begijnhof is zondermeer het meest beschermde wijk van Mechelen. Om een dreigende kaalslag af te wenden, werd al in de jaren 1970 een deel ervan beschermd als cultuur-historisch landschap. Ondertussen is het hele begijnhof beschermd als stadsgezicht en werd het in 1998 zelfs uitgeroepen tot UNESCO werelderfgoed. De erfgoedwaarde van zeventiende-eeuwse Begijnhofkerk stond al veel langer buiten kijf. In 1938 werd ze samen met de andere historische kerken beschermd als monument.

Barokke parel in verval

Na hun gedwongen terugkeer naar de binnenstad op het einde van de 16de eeuw, begonnen de begijnen vanaf 1629 aan de bouw van hun nieuw bedehuis. Ze spaarden daarvoor kosten, noch moeite en deden beroep op gerenommeerde architecten en kunstenaars. Het resultaat was een barokke parel met een plastisch exterieur, volledig in natuursteen, en een uitzonderlijk rijk interieur, helemaal in de mode van die tijd. Op het einde van de 19de eeuw en in ’t begin van de 20ste eeuw werd het kerkinterieur een laatste keer ‘gepimpt’ in een waaier van pastelkleuren. Daarna volgde de langzame aftakeling. Eind jaren 1980 kwam het volledige exterieur voor 30 jaar in de stellingen te staan.

De meerjarige subsidiëringsovereenkomst voor de verdere restauratie van de historische kerken van de Mechelse binnenstad, die de stad in 2011 afsloot met de Vlaamse overheid, bracht ook voor de Begijnhofkerk soelaas. Verspreid over twee restauratiedossiers werden er aanzienlijke middelen vrijgemaakt voor de meest problematische van de Mechelse kerken. Van 2014 tot 2018 werd de buitenzijde gerestaureerd. De binnenrestauratie sloot naadloos aan en liep tot begin dit jaar. Waar het exterieur al ruim twee jaar staat te stralen, bleef de gerestaureerde kleurenpracht van het interieur tot vandaag een goed bewaard geheim.

De exterieurrestauratie kostte € 5.166.538. De Vlaamse overheid droeg hier € 4.425.108 in bij. Voor de interieurrestauratie legde stad Mechelen € 2.559.539 neer en kreeg ze een premie € 1.885.592 van Vlaanderen.

Schilderijen

De Begijnhofkerk bulkt van de 17de-eeuwse schilderijen. Tijdens de interieurfase werden niet alleen de muren en de gewelven, maar ook de 23 schilderijen en 18 decoratieve doeken die op hoge hoogte in de kerk hangen gerestaureerd. De komende jaren wordt er verder werk gemaakt van de restauratie van nog eens 29 barokke schilderijen via kleinere gespecialiseerde dossiers, zowel door de stad Mechelen als de kerkfabriek Catharina. Volgende maand start de restauratie van de 7 schilderijen in de wandkapellen van de zijbeuken. Deze werken kosten €36.045. Eind dit jaar volgen er, in samenwerking met de kerkfabriek, nog eens negen schilderijen voor een totaalbedrag van €155.424.

“De kerk is lang genoeg gesloten geweest” zegt Koen Anciaux, schepen van Monumenten. “Tijdens deze werken blijft ze publiek toegankelijk via onze vzw Torens aan de Dijle. Het is een enorme meerwaarde dat bezoekers de mogelijkheid krijgen om de schilderijen en restauratiewerken van dichtbij te bewonderen. Het geeft hen inzicht in de pracht van de werken en complexiteit, en daarmee ook de kost, van de restauratie”

Ook voor deze restauraties doet de stad beroep op premies van de Vlaamse overheid. Voor het eerste dossier draagt Vlaanderen € 17.500 bij, voor het tweede € 89.670.

“Graag bedank ik minister Diependaele voor zijn aandacht voor de Mechelse monumenten en alle financiële steun. Dankzij de grote inbreng van Vlaanderen hebben we het voorbije decennium een enorme restauratieve inhaalbeweging kunnen maken en kunnen we ook in de toekomst verder te werken aan het onderhoud en de opwaardering van ons erfgoed. Mooi gerestaureerde en goed onderhouden monumenten geven onze stad een betere uitstraling en verhogen de kwaliteit van de leefomgeving. Mechelaars mogen echt fier zijn op hun erfgoed”, zegt schepen Koen Anciaux.

Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele: “Het Begijnhof vertelt een verhaal van vallen en opstaan, van de koppige doorzetters die we als trotse Vlamingen zijn, maar evenzeer het verhaal van het streven naar zorg dat Vlaanderen al heel vroeg kenmerkte. Ons onroerend erfgoed staat symbool voor ons Vlaams ondernemerschap, aanpassingsvermogen en flexibiliteit. Ook voor deze restauratie slaan we de handen in elkaar met een gemeenschappelijk doel: een prachtig stukje erfgoed herwaarderen, en ervoor zorgen dat mensen het verhaal van de zusters van weleer kunnen ontdekken. Vanuit Vlaanderen dragen we graag ons steentje bij. Dit wordt ongetwijfeld het begin van een nieuw succesverhaal. Die verhalen blijven vertellen zorgt voor zekerheid en vertrouwen. Ze geven ons een gevoel van tijdloosheid. Van verbondenheid met onze wortels, verbondenheid met elkaar. Ze bieden ons de kans om herinneringen op te bouwen over de generaties heen. Ze tonen ook dat we nog steeds tot grootsheid in staat zijn. Samen. Elke dag opnieuw.”

De stad Mechelen werkt in alle kerkelijke dossiers nauw samen met het Centraal Kerkbestuur en de betrokken kerkfabrieken. In samenspraak worden restauratie- of onderhoudswerken aan de verschillende kerken verdeeld en geïnitieerd of opgevolgd door de afdeling Projecten en Monumenten. Hier is het orgel van Battel, dat de kerkfabriek heeft overgebracht naar de Begijnhofkerk een mooi voorbeeld van. Dit is zeker een meerwaarde is voor de kerk.

Niet enkel binnenstad

De voorbije jaren waren de historische kerken van de binnenstad niet uit spotlights weg te slaan, maar is er ook verder gewerkt aan een aantal andere dossiers.

“In de 19de-eeuwse stadsrand tellen we immers nog een aantal kerken die onze aandacht verdienen en we mogen uiteraard de kerken van onze deelgemeentes niet vergeten. Zij vormen vaak het hart van de vroegere dorpskernen”, zegt schepen Anciaux.  Verschillende restauratiedossiers liggen hier klaar, zoals de exterieurrestauratie van de Sint-Niklaaskerk te Leest en de restauratie van de daken van de Sint-Lambertuskerk te Muizen.

Deel dit artikel

delen
delen
delen
E-mail